Geschiedenis

De Zwarte Valk liep in 1889 in Capelle aan de IJssel van stapel bij de werf van Kalkman. Toen nog onder de naam ‘Vier Gebroeders’.
Ze is gebouwd voor het vervoeren van vracht over de rivieren, met name de Maas. Om op een rivier tegen de stroom in te kunnen zeilen heb je een snel schip nodig. De ‘Waspikse’ kont maakt de ‘Vier Gebroeders’ tot zo’n snelle rivierklipper.

Tot 1956 heeft de ‘Vier Gebroeders’ met vracht gezeild, toen is er een motor ingebouwd en zijn de rondhouten van boord gegaan
Daarna belandde het schip in een vaartje als opslagplek voor munitie.

Zo vonden Evert en Gonnie Verkerk het schip, zonder masten, maar wel met haar mooie romp, toen nog zonder een deukje.

Evert en Gonnie begonnen aan een heel nieuw avontuur. Ze brachten het schip opnieuw onder tuig en doopten haar ‘Zwarte Valk’ naar het schip uit de stripverhalen van kapitein Roodbaard.

Samen met een paar andere avonturiers gingen Evert en Gonnie, in 1967, zeilen met betalende gasten. Een grote tafel in het ruim en een paar kooien tegen de wand. Het werd een doorslaand succes en zo is de chartervloot ontstaan.

In 1979 werd de Zwarte Valk verkocht aan Jan Schoen, hij liet het schip opnieuw intimmeren, met echte hutten, toilet en douche. Bovendien liet hij het schip opmeten en er een lijnenplan van maken.

In de jaren 80 verkocht Jan het schip aan de gebroeders Noë. Ook Tom en Maarten gingen aan het timmeren en vernieuwden de hutten en douches. In deze hoogtijdagen van de ‘Bruine Vloot’ voer de Zwarte Valk het water dun. Met verschillende zetschippers aan het roer.
De laatste zetschipper Arno de Jong kocht in 1999 de Zwarte Valk.
Noodgedwongen sloeg hij ook weer aan het timmeren. Om de gasten in het verblijf droog te houden werd er een nieuw voordek opgelast en een nieuw verblijf ingetimmerd. Ondanks zijn inspanningen bleef het schip nat (van binnen). Ergens zat een lek, maar hij heeft het niet kunnen vinden.
Uiteindelijk zag Arno nog maar één oplossing: verkopen. Tijdens een aankoopkeuring werd het hele vlak afgekeurd. Helaas voor Arno ging de koop niet door… Gelukkig voor ons.

De rest van het verhaal staat op de pagina ‘Restauratie’.